Stoppen met iets is best makkelijk. Maar blijven stoppen met iets, toch een tikkeltje lastiger. Jarenlang probeer ik gezonder te eten en te sporten, dat lukt prima. Maar die levensstijl volhouden, not so much. Twee maanden maximaal en dan zijn koolhydraten weer mijn best friends.
Met alcohol lag het een tikkeltje anders. Ik wíst waar ik het voor deed en dat het deze keer echt belangrijk was. Weg met dat opgeblazen alcoholhoofd, ophouden met die vreselijke stemmingswisselingen. Maar vooral: de dag door komen zonder wijn om de scherpe randjes er af te krijgen. De laatste keer dat ik zoiets deed was serieus halverwege de jaren negentig, dus tsja.
En alle begin is moeilijk, maar dat ging in mijn geval wel aardig. Iets met kleine stapjes. Een maand niet drinken, dat was het begin. Dry January. En toen me dat lukte, ging ik maar gewoon verder. Eigenlijk zit ik nu nog stééds in die Dry January van 2020. Maar dan dus duizend dagen verder. Een mijlpaal.
Niet dat ik er enorm bij stilsta ofzo, behalve dan deze hele column er aan wijden. Enfin, drank is simpelweg géén onderdeel van mijn leven meer. Iets wat al die tijd volledige controle over mijn dag had, speelt nu geen rol. Niets. Is dat lastig vragen veel mensen me nog steeds? Dat wás het. Nu al een hele tijd niet meer. Ik kan niet met mate drinken, dan dus maar helemaal niet.
Missen doe ik alcohol echt wel hoor. Tijdens de etentjes die weer toenemen. De lange avonden die er aan zitten te komen. Niet schreeuwt namelijk zo enorm herfst als Baileys met ijs. Maar goed, koffie is ook prima. En het gaat me zo verschrikkelijk goed af omdat ik mezelf niks op blijf leggen. Ik drink nú geen alcohol, al duizend dagen niet. Maar of het voor eeuwig is? Geen idee.