Circus Zomervakantie.

Zwoele avonden rondom de barbecue, het liefst met je teenslippers in het zand. De zomer is voor veel mensen hét jaargetijde van pure ontspanning. Even helemaal niets. ‘Vakantiemodus aan’, dat idee. Van dat type zat ik dus altijd volledig aan de ándere kant van het spectrum, maar heb besloten het vanaf dit jaar helemaal en totáál anders aan te pakken. 

Kijk het zit dus zo: mijn ideale dag is identiek aan die ervoor. En dat dan zeven keer per week, driehonderdvijfenzestig maal in een jaar. Op hetzelfde tijdstip opstaan, kind naar school, wat tijd voor mezelf, beetje werken, boodschappen doen, eten koken en dan na de rompslomp van alledag uiteindelijk bijtijds naar bed. Dat kan sowieso niet altijd, maar een vakantie gooit zo dusdanig roet in mijn ideale sleurbestaan, dat ik daar volledig gek van kan worden. De zomervakantie helemaal.

Als puber had ik ‘t al lastig met die zes weken vrij hoor. Terwijl de meeste van m’n leeftijdsgenoten zich massaal vol lieten gieten in Salou en Lloret, liet ik mezelf zo vaak mogelijk inplannen bij de Albert Heijn, waar ik ‘t vakkenvullen tot zomerse zotheid had verheven. Ik deed er zelfs de kassadienst bij om nog extra uren te maken. Alleen maar om het dagelijks leven zo ‘normaal’ mogelijk te laten verlopen. En op vakantie ging ik heus wel ‘s, al leverde dat dan óók weer stress op.

Want áls ik dan ging, dan ging ik ook echt. De term travelling light was nooit enorm aan mij besteedt. Voor een vakantie van twee weken, pakte ik mijn volledige garderobe in, voor alle weersomstandigheden. Inclusief bijbehorend schoeisel.  Voor ik dus goed en wel op de eindbestemming was aangekomen, had ik de helft van mijn meegezeulde plunje al doorweekt van het zweet afgeschreven. En daarnaast was ik toen nog niet tot het besef gekomen dat je op vakantie ook kunt wassen en dat je eigenlijk een paar onderbroeken moet meenemen als basis en dat de rest vanzelf goedkomt.

Dat inpakken, maar ook de stress van het daadwerkelijk voor langere tijd het huis uit zijn, ik kón het simpelweg allemaal niet echt handelen. Miste mijn eigen spulletjes, m’n videobanden (ja, zo oud ben ik al dames en heren), maar vooral het op mezelf kunnen zijn. Jezelf even terugtrekken onder een soort niet-bestaande, maar voor mij volop aanwezige, groepsdruk zat er nooit in. Dus was dat hele Circus Zomervakantie jarenlang de hel op aarde. Die ik in stilte zonder een al te luid protest moest zien te doorstaan. Tot het normale leven eind augustus weer zou beginnen.

Maar het gekke is, nu ik dit zo opschrijf aan de vooravond van een weekje Denemarken met mijn gezin, voelt het alsof dit over iemand anders gaat. Over een vreemde, of beter gezegd: iemand die er niet meer is. En dat is denk ik ook zo. De vakantiehatende Eric is niet langer onder ons. In plaats daarvan ga ik dit jaar wél eens alles loslaten en níet met mijn hoofd in m’n iPhone blijven zitten om niks van thuis te missen. Ik ga me evenmin bezighouden met ‘t eindeloos wikken en wegen over de inhoud van m’n koffer. Er gaat een minimaal aantal kledingstukken mee, Denemarken heeft namelijk óók winkels. De tijd van me drukmaken over dat de dagen anders gaan zijn dan normaal, zijn voorbij. De vakantie is een avontuur. Juist het doorbreken van ‘t dagelijkse bestaan is goed voor mij heb ik ontdekt. Nieuwe dingen, verse ontwikkelingen, een sprong in het diepe. Voor zover je een weekje LEGOLAND een sprong in het diepe kunt noemen dan, maar hé, baby steps. Ik geef me over aan het compleet vernieuwde Circus Zomervakantie. Maar dan wél met de twee favoriete personen op de hele aarde aan mijn zijde.

 

In categorie: De Leven, Prins Eric, Reistijd

Over de auteur

Geplaatst door

Hoi, ik ben Eric de Munck. Journalist, schrijver, presentator, entertainmentdeskundige en columnist. Maar daarnaast ben ik voor een kleiner gezelschap vooral bekend als zwaarmoedige huismus, enorm ja-zeggende vader, trotse boerenpummel en eeuwig struggelende fitboy.