Koning Kringloop.

Van de gedachte alleen al krijg ik spontaan jeuk. Maar tóch gaan we het dit jaar dan écht doen: spullen verkopen op de kleedjesmarkt tijdens Koningsdag. Een evenement waar ik intens tegenop kan zien. En dan deze keer niet vanwege de luchtige praatjes over de lichtheid van het bestaan met volkomen vreemden. Nee, ik wil diep in m’n hart eigenlijk niks weggooien. Sterker nog: ik hoop na Koningsdag vooral mijn toch al uitpuilende verzameling troep nóg een tikkeltje meer aangevuld te hebben. 

De vroegste herinneringen die ik in mijn leven heb, staan al in het teken van spullen. Keramieken beeldjes van eendjes met gouden snavels, kitcherig uitziende kluizen die het exemplaar van Dagobert Duck moesten voorstellen en knuffels, een zee aan opgevulde troetelmeuk. Allemaal samengeperst op mijn piepkleine slaapkamertje, beter bekend als m’n safe space. Ik heb minimalisme echt nooit begrepen als het om inrichting gaat. Een ruimte volgestouwd met spulletjes zodat er zo min mogelijk van de muur te zien is, dát geeft pas een gevoel van veiligheid.

Sinds dat kinderkamertje heb ik vaak zo lang mogelijk vastgehouden aan al die onzinnige rommel, maar moest ik op een aantal momenten toch echt afscheid nemen van een aantal parels. Toen ik op kamers ging kon ik het meeste nog wel kwijt, maar op de dag dat ‘t samenwonen zich dertien jaar geleden aandiende, gingen ik en m’n verzamelwoede met moeite op het hakblok. Er mocht één doos gevuld worden, de rest kreeg een enkeltje stort aangeboden. Op zich prima, maar ik schrik af en toe nog altijd plotseling van de gedachte aan een poster, boek of troepje wat ik absoluut wél had moeten bewaren toen.

Na jaren in betrekkelijk kleine optrekjes geleefd te hebben, mag ik tegenwoordig in mijn handjes knijpen. Niet alleen hebben we namelijk de beschikking over een ruime zolder vol opslagruimte, ik heb sinds een jaartje of twee ook weer mijn eigen kamer. Net als tijdens die vroegste herinnering dus. Officieel is ie dienstdoende als kantoortje, maar naast een computer om te werken, is het ook dé plek waar ik volledig mezelf kan zijn. Waar ik weg kan dromen. Maar vooral: het is een verlengstuk van mezelf geworden.

Vanzelfsprekend volledig volgepropt met spullen waarvan ik absoluut niets echt nodig heb. Een kleine scan: zevenentwintig waxinelichthoudertjes, vijftien kandelaars inclusief kaarsen in alle kleuren van de regenboog. Dan zijn er nog zo’n dertig fotolijstjes , ontelbaar veel boeken en verder zijn het vooral frutsels. Vintage lampen, een Emmy Award, schilderijen, kunstbloemen, vaasjes, tafeltjes, een leren bank, een koekjestrommel en een Mona Lisa-kussen. Allemaal geïnspireerd op ‘t appartement van Monica uit Friends, maar dan op een ietwat kleinere oppervlakte. Je zou er spontaan een epileptische aanval van kúnnen krijgen. Maar voor mij is het thuis. Veilig. Van mij. Waar ik alles onder controle heb. En kan houden.

Want ja, ik kan me steeds beter staande houden in de wereld. Begin me inmiddels te gedragen naar mijn leeftijd. Maar toch: af en toe wil ik de mogelijkheid hebben om terug te gaan naar mijn grot. Om mijn wonden te likken na een zware dag. Of simpelweg even overprikkeld worden door de talloze prullaria op die paar vierkante meters. Wat dat betreft is het ook écht een heerlijke tijd om te leven: kringloopwinkels poppen als paddestoelen uit de grond. En ik waggel daar met liefde úren rond als een soort koning kringloop. Curiosa, wat een heerlijk woord is dat. Evenals brocante trouwens. Meestal gaat het niet eens over de spullen zelfs trouwens, de zoektocht is key. Het onverwachte, de verrassing. En niet te vergeten het gelukmakende stofje dat door je hele lichaam giert bij die ene unieke vondst. Of nou ja, dat ene troepje dat ik toevallig tref en mee m’n persoonlijke ruimte in sleur.

En afdanken doe ik niet meer. Of in ieder geval niet voordat ik me ooit moet inchecken in het bejaardentehuis als ik die dag mag meemaken. Dus je begrijpt: deze Koningsdag is voor zoonlief. Hij heeft -met moeite- een aantal speelgoedjes uitgezocht die op een verregend kleedje een tweede eigenaar kunnen bemachtigen. Ik ben dan niet meer te redden, hem kan ik wellicht nog proberen te behoeden van een leven als hoarder. Maar misschien is ook dat al te laat. Want ik spreek hierbij de absolute verwachting uit dat de eventuele opbrengst een aantal kleedjes verderop alweer uitgegeven gaat worden. The true circle of life zeg maar. En ook meer dan prima, totáál een moment om schaamteloos en zonder enige moeite de begripvolle vader uit te hangen.

In categorie: Dad or Alive, De Leven, Prins Eric

Over de auteur

Geplaatst door

Hoi, ik ben Eric de Munck. Journalist, schrijver, presentator, entertainmentdeskundige en columnist. Maar daarnaast ben ik voor een kleiner gezelschap vooral bekend als zwaarmoedige huismus, enorm ja-zeggende vader, trotse boerenpummel en eeuwig struggelende fitboy.