Prins Aerobic.

Toen ik opgroeide in de jaren tachtig en negentig was er eigenlijk nog maar één levenspad voor mij mogelijk: hard werken, geld verdienen voor de hypotheek en de auto, status verwerven. Ambitie was het toverwoord. Thuisblijven met kinderen was een vrouwentaak, parttime werkende mannen waren mietjes. Klein probleem: ik wás zo’n mietje. Mijn grootste wens was zo’n typische American housewife worden. Met een poetslap, kiddo’s op schoot. En in m’n vrije uurtjes overdag naar de groepsles van aerobics. En als dat een keer niet lukte dan zette ik wel een videoband met de fitnessoefeningen van Jane Fonda of Cher op na As the World Turns.

Inmiddels zijn we zo’n dertig jaar en zo’n vijftig kilo verder en heeft mijn destiny tóch een andere afslag genomen. Studeren, meteen het vak van m’n dromen inrollen waarbij werkweken van zestig uur geen uitzondering waren. Het woord parttime stond overduidelijk níet in ‘t woordenboek. Heerlijk vond ik die tijd ook, doordenderen tot je erbij neerviel. Met niemand die thuis op je wachtte of waar je verantwoording aan af hoefde te leggen. En dat o zo geliefde huishouden van weleer, daar keek ik niet eens naar om. Beter worden in mijn vak, dát wilde ik. Hogerop komen, idem. Zelfs toen ik tien jaar geleden door een godswonder vader werd en onderdeel van een echt gezin, ging dat stemmetje maar niet uit mijn hoofd. Terugdenkende aan de babytijd van ons bloedje zie ik alleen maar rood doorlopen ogen en stressvolle dagschema’s voor me.

Net op ‘t punt dat zoonlief besloot om echt zelfstandig te worden, ging bij mij vorig jaar de knop om. Standje thuisblijfvader ging aan, gecombineerd met een vleugje lanterfanten en het idee dat er meer is dan werk. Zeg maar het concept waar alle twintigers van nu mee de arbeidsmarkt proberen te betreden. Ik zag het ineens helemaal voor me: af en toe nog wel werken, maar alleen de dingen doen waar ik écht blij van word. En me daarnaast vooral bezighouden met de was, de boodschappen, de opvoeding en ‘t hebben van een huishouden.

En eerlijk: ik ga daar dus enorm goed op. Waarbij ik moet vermelden dat ik 1.) de luxe heb om minder uren te besteden aan werk, maar wel nog steeds iets doe wat me enorm goed past en gelukkig maakt en 2.) ik toch redelijk de slechte housewife uithang. Een soort Lidl-variant. Die pas gaat stofzuigen als z’n sokken aan de keukenvloer blijven plakken. Of een lapje over de wc-bril haalt terwijl er toch al veel te lang een ietwat vreemd luchtje in de badkamer hangt. De hele Jane Fonda-aerobics-plannen staan sowieso al maanden in de ijskast. Vooral het loketje lanterfanten doet goede zaken, er zijn dagen waarbij ik eigenlijk alleen Netflix uitspeel en verder niets.

Aan de ene kant vind ik dus dat dit terecht is, na twintig jaar noeste arbeid. Maar m’n ratio weet heus dat dit volslagen lulkoek is en dat ik van m’n luie reet af moet komen. Tijd voor actie. Want je hebt parttime werken en fulltime niksen. Er zit bij mij weinig ruimte voor balans daarin. Het was een héérlijk jaar, waarbij ik heb genoten van iedere seconde met m’n kind. Maar hij heeft minder behoefte aan een papa om zich heen en ik heb wél iets nodig om me door de dag te slepen. Dus blaas ik die carrière maar weer eens nieuw leven in. Niet zo hysterisch als voorheen, maar wel standje actief. Slapen kan namelijk later nog. En de vaatwasser inpakken ook.

In categorie: Dad or Alive, De Leven, Prins Eric

Over de auteur

Geplaatst door

Hoi, ik ben Eric de Munck. Journalist, schrijver, presentator, entertainmentdeskundige en columnist. Maar daarnaast ben ik voor een kleiner gezelschap vooral bekend als zwaarmoedige huismus, enorm ja-zeggende vader, trotse boerenpummel en eeuwig struggelende fitboy.